Landenonderzoek: Afrika, hele continent
Homepage " Landenonderzoek " Afrika
De inhoud weerspiegelt de resultaten van het onderzoek en de analyses van Perplexity en vertegenwoordigt geen mening van Gradido. Ze zijn bedoeld om informatie te verstrekken en verdere discussie te stimuleren.
Afrika & Gradido - Onderzoeksdossier voor een nieuwe toekomst
Dit uitgebreide onderzoeksdossier werpt licht op de kansen en uitdagingen voor de invoering van het Gradido common good-oriented valutasysteem op het Afrikaanse continent. Afrika, met zijn 1,4 miljard mensen, 54 staten en immense culturele diversiteit, staat voor enorme uitdagingen - van armoede en ongelijkheid tot politieke instabiliteit en klimaatverandering. Tegelijkertijd heeft het continent unieke culturele troeven, zoals de Ubuntu-filosofie, een jonge en dynamische bevolking en een snel groeiende digitale revolutie. De analyse toont aan: Gradido zou in Afrika op vruchtbare grond kunnen vallen als het systeem gevoelig wordt aangepast aan de lokale omstandigheden en wordt gekoppeld aan bestaande initiatieven.
1. de huidige economische, sociale en politieke situatie in Afrika
Economische situatie: groei op laag niveau
Ondanks de vele uitdagingen laat Afrika een opmerkelijk economisch momentum zien. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) voorspelt een economische groei van 3,7 tot 3,8 procent voor 2024, met een verwachte stijging naar 4,1 tot 4,3 procent voor 2025. Achter deze cijfers gaan echter aanzienlijke regionale verschillen schuil: Oost-Afrika gaat aan kop met een voorspelde groei van 5,1%, gevolgd door West-Afrika met 4%. Zuidelijk Afrika blijft ver achter met slechts 2,2%, geplaagd door infrastructuurproblemen en de aanhoudende energiecrisis in Zuid-Afrika.^1^3
Tien van de 20 snelst groeiende economieën ter wereld bevinden zich in Afrika. Niger (8,6 procent), Senegal (7,5 procent), Rwanda (7,2 procent) en Libië (7 procent) ontwikkelen zich bijzonder dynamisch. Toch blijft de totale economische productie bescheiden: Het totale bruto binnenlands product (bbp) van Afrika bedroeg in 2024 ongeveer 2,53 biljoen US dollar - ongeveer vergelijkbaar met de economische output van Italië alleen.^2^1
Regionale verschillen: een continent vol contrasten
De economische en sociale verschillen tussen de Afrikaanse regio's zijn enorm:^5^7
Noord-Afrika was historisch nauw verbonden met Europa en het Midden-Oosten en heeft een relatief gediversifieerde economie. De regio profiteert van olie- en gasreserves en een strategische ligging aan de Middellandse Zee. Landen als Marokko en Egypte werken actief aan het diversifiëren van hun economieën van pure textiel- en olie-export naar de auto- en elektronica-industrie.^6
West-Afrika toont grote bereidheid tot hervormingen en toenemende diversificatie. Nigeria domineert de regio als grootste economie van het continent, maar worstelt met extreme corruptie, onveiligheid en afhankelijkheid van de oliesector. De regio profiteert van macro-economische hervormingen, maar staat voor uitdagingen door de hoge jeugdwerkloosheid en armoede.^1
Oost-Afrika blijkt de meest dynamische regio te zijn met de sterkste groei. Landen als Kenia, Ethiopië en Rwanda investeren fors in infrastructuur en regionale integratie. De regio is een pionier op het gebied van digitale innovaties, met name op het gebied van mobiel geld.^1
Centraal-Afrika kampt met een dalende olieproductie, politieke instabiliteit en gewapende conflicten. Hoewel de Democratische Republiek Congo over immense natuurlijke hulpbronnen beschikt, is het door corruptie en geweld nauwelijks in staat om deze voor ontwikkeling te gebruiken.^5
Zuidelijk Afrika wordt gedomineerd door Zuid-Afrika, dat wordt beschouwd als het economisch meest ontwikkelde land van het continent. De regio kampt echter met een vervallen infrastructuur, de verwoestende energiecrisis in Zuid-Afrika en de naweeën van de apartheid.^8^5
Politieke situatie: tussen democratisering en regressie
De politieke situatie in Afrika wordt gekenmerkt door tegenstrijdige trends. Enerzijds zijn de democratische instellingen in veel landen geconsolideerd, maar anderzijds zijn er zorgwekkende regressies. Tussen 1990 en 2018 waren er 25 militaire staatsgrepen, maar alleen al tussen 2019 en 2023 werden er 17 geregistreerd - een alarmerende negatieve trend.^9^11
In verschillende landen eisen rivaliserende machthebbers momenteel hun politieke legitimiteit op: Mozambique heeft sinds januari 2025 twee presidenten naast elkaar, terwijl Soedan twee regeringen heeft. Ethiopië, de Democratische Republiek Congo en Zuid-Sudan staan op het punt van uiteenvallen van de staat. Ondanks deze brandhaarden neemt de politieke stabiliteit op het continent over het algemeen toe en spelen de Afrikaanse Unie en regionale organisaties een steeds actievere rol bij het oplossen van conflicten.^10
2. verdeling van rijkdom en armoede: de kloof tussen arm en rijk
Extreme armoede is geconcentreerd in Afrika
Afrika is het zwaarst getroffen door de armoede in de wereld. Wereldwijd leven ongeveer 692 miljoen mensen in extreme armoede (minder dan USD 2,15 per dag) en ongeveer 90 procent van hen is geconcentreerd in Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuid-Azië. In 18 Afrikaanse landen leeft minstens 25% van de bevolking in extreme armoede en in tien landen is de situatie bijzonder verwoestend.^12
Het armoedecijfer stagneert of stijgt zelfs in veel Afrikaanse regio's, terwijl het wereldwijd daalt. Wat vooral alarmerend is, is dat ongeveer de helft van alle mensen die wereldwijd in armoede leven kinderen onder de 18 jaar zijn, en een onevenredig groot aantal van hen woont in Afrika.^13
Ongelijkheid: nergens extremer dan in Zuid-Afrika
Zuid-Afrika is het trieste wereldrecordhouder in inkomensongelijkheid. De Gini-coëfficiënt bereikt piekwaarden en de gevolgen van de apartheid zijn vandaag de dag nog steeds duidelijk merkbaar. Zuid-Afrika is de thuisbasis van 37.500 dollar miljonairs - meer dan een kwart van alle Afrikaanse miljonairs. Bijna een op de tien Afrikaanse miljonairs woont in Johannesburg, gevolgd door Kaapstad op de tweede plaats.^14
Deze extreme concentratie van rijkdom staat in schril contrast met de realiteit voor de meerderheid: meer dan 60 procent van de Zuid-Afrikanen leeft onder de armoedegrens en het werkloosheidscijfer ligt rond de 33 procent, onder jongeren is dit zelfs 50 procent.^15
Wie heeft toegang tot kansen? Stedelijk versus landelijk, etniciteit en geslacht
De toegang tot onderwijs, middelen en kansen is zeer ongelijk verdeeld in Afrika:
Stedelijke bevolking versus plattelandsbevolkingHoofdsteden en stedelijke centra zijn aanzienlijk beter ontwikkeld dan dunbevolkte plattelandsgebieden. In de stedelijke regio's zijn economische macht, onderwijsvoorzieningen en gezondheidszorg geconcentreerd.^5^16
Etnische en inheemse groepenInheemse volkeren en etnische minderheden worden op grote schaal achtergesteld. In verschillende landen leeft meer dan twee derde van de inheemse bevolking in armoede. Ze hebben aanzienlijk minder toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, krediet en de arbeidsmarkt.^17
GenderongelijkheidVrouwen en vooral moeders met veel kinderen worden vaker dan gemiddeld getroffen door armoede. Ze verdienen minder dan mannen en hebben minder toegang tot formeel werk.^17
GeneratiesDe jonge generatie staat voor enorme uitdagingen. In Afrika bezuiden de Sahara maken slechts twee op de drie kinderen met succes de basisschool af. Bijna een derde van alle kinderen verlaat de school zonder diploma. Bijna een derde van alle kinderen verlaat de school zonder diploma.^19

Kinderen zitten in een cirkel met de voeten aan elkaar vast, en belichamen zo de Afrikaanse Ubuntu-filosofie van gemeenschap en onderlinge afhankelijkheid.
3. arbeidsmigratie, diaspora en onzekere werkgelegenheid
De Afrikaanse diaspora: een economische machtsfactor
Arbeidsmigratie en de Afrikaanse diaspora spelen een sleutelrol in de economie van het continent. Voor 2024 wordt een overmaking van meer dan 100 miljard dollar naar Afrika voorspeld - een stijging van 5,4 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan zowel de directe buitenlandse investeringen (48 miljard USD) als de officiële ontwikkelingshulp (42 miljard USD).^21^23
In sommige landen vertegenwoordigen de overmakingen door de diaspora een aanzienlijk deel van het bbp: 7,6 procent in West-Afrika, 6,8 procent in Oost-Afrika en 4,4 procent in Noord-Afrika. In Ghana bijvoorbeeld bedroegen de overmakingen in 2023 4,6 miljard dollar, zeven keer meer dan de directe buitenlandse investeringen. Kenia leidt de Oost-Afrikaanse regio met 437,2 miljoen USD per maand - de grootste bron van buitenlandse valuta van het land.^23
Migratie als overlevingsstrategie en braindrain
Voor veel Afrikaanse gezinnen is migratie de enige manier om aan armoede te ontsnappen. Volgens de OESO bereikte de permanente migratie naar OESO-landen in 2022 met 6,1 miljoen mensen het hoogste niveau sinds ten minste 2005 - een stijging van 26 procent ten opzichte van 2021.^25
Deze massale emigratie leidt echter tot een braindrain: hooggekwalificeerde specialisten zoals artsen, verpleegkundigen, ingenieurs en leraren verlaten hun thuisland. Nigeria bijvoorbeeld heeft de afgelopen jaren duizenden artsen en verpleegkundigen verloren. Dit verzwakt de gezondheidszorg en het onderwijs aanzienlijk en belemmert de ontwikkeling.^25
Onzekere werkgelegenheid en de informele sector
Een groot deel van de Afrikaanse bevolking werkt in de informele sector - in ongereguleerde, slecht betaalde en onzekere banen zonder sociale zekerheid. Deze onzekerheid wordt nauwelijks geregistreerd door officiële statistieken, maar kenmerkt het dagelijks leven van miljoenen mensen.^7
De gevolgen voor de samenleving en gezinnen zijn ernstig: gezinnen worden uit elkaar gerukt door migratie, kinderen groeien op zonder ouders, traditionele gemeenschapsstructuren eroderen. Tegelijkertijd ontstaat er een sterke emotionele en financiële band tussen de diaspora en het thuisland, die gebruikt kan worden als bron voor alternatieve economische modellen.^26
4. corruptie, belangenconflicten en georganiseerde misdaad
Corruptie als een systemisch probleem
Corruptie dringt in veel Afrikaanse landen op alle niveaus door - van lokaal bestuur tot in de hoogste kringen van de regering. Het uit zich in omkoping, vriendjespolitiek (nepotisme), kleptocratie en ondoorzichtige aanbestedingspraktijken.^11^28
In Nigeria, bijvoorbeeld, is corruptie zo alomtegenwoordig dat het vaak wordt geaccepteerd als een onvermijdelijk onderdeel van het dagelijks leven. In de gezondheidszorg moet ongeveer één op de zeven respondenten steekpenningen betalen om een medische behandeling te krijgen. Corruptie is vooral wijdverspreid in Liberia, Marokko, Soedan en Egypte, terwijl Botswana en Mauritius grotendeels vrij zijn van corruptie.^16
Gevolgen voor de sociale ontwikkeling
De effecten van corruptie op de sociale ontwikkeling zijn verwoestend:^29^28
Verlies van vertrouwenBurgers verliezen vertrouwen in staatsinstellingen en de rechtsstaat
Verstoorde verdeling van kansenToegang tot onderwijs, banen en justitie hangt af van het vermogen om te betalen, niet van verdienste
Belemmering voor investeringenOnzekere juridische situatie en corruptie schrikken investeerders af
ConcurrentievervalsingCorruptie bevoordeelt inefficiënte bedrijven en vertraagt innovatie
Verspilling van middelenOntwikkelingsgeld sijpelt in particuliere zakken in plaats van naar publieke goederen
In de Democratische Republiek Congo bijvoorbeeld ontvingen leden van de overgangsregering 22 miljoen US dollar aan „onduidelijke vergoedingen“ - een bedrag dat de totale uitgaven voor volksgezondheid, plattelandsontwikkeling en de kiescommissie samen overtrof.^30
Georganiseerde misdaad en een zwak monopolie op het gebruik van geweld
In veel Afrikaanse regio's is het monopolie van de staat op het gebruik van geweld niet zeker. Gewapende groepen, milities en criminele netwerken controleren hele regio's. In Soedan voeren de Snelle Strijdkrachten (RSF) en het leger een verwoestende oorlog die de ergste humanitaire ramp ter wereld heeft veroorzaakt.^31^32
Hervestiging, seksueel geweld en de strategie van de verschroeide aarde zijn kenmerkend voor veel conflictgebieden. Georganiseerde misdaad, drugshandel en illegale exploitatie van hulpbronnen floreren in gebieden met een zwakke staatscontrole.^11
5. Culturele sterke punten van Afrika: Ubuntu en gemeenschap als basis
Ubuntu: „Ik ben omdat wij zijn“
Een van de grootste culturele troeven van Afrika is de diepgewortelde Ubuntu-filosofie. Ubuntu betekent „menselijkheid“ in de Nguni-Bantoetaal en beschrijft een manier van leven die gebaseerd is op solidariteit, onderlinge afhankelijkheid en gemeenschap.^33^35
De centrale zin van de Ubuntu-filosofie is: „Ik ben omdat wij zijn.“ Dit wereldbeeld staat in contrast met het Westerse individualisme en benadrukt dat de persoon alleen bestaat en alleen gerealiseerd kan worden in relatie tot de gemeenschap.^34
Ubuntu bevat waarden zoals:
Mededogen en onbaatzuchtigheidDelen, zelfs als je zelf weinig hebt
Liefdadigheid en solidariteitVoor elkaar opkomen in goede en slechte tijden
Collectieve verantwoordelijkheidHet welzijn van de gemeenschap gaat boven eigenbelang
Respect voor ouderen en traditiesWijsheid wordt van generatie op generatie doorgegeven
De Ubuntu-filosofie komt onder verschillende namen voor in 15 landen ten zuiden van de Sahara: in Oost-Afrika heet het „Obuntu“, in West-Afrika „Maaya“. In totaal zijn er 41 verschillende namen voor deze pan-Afrikaanse filosofie.^34
Familie en gemeenschap als sociaal vangnet
De familie in Afrika is meer dan alleen ouders en kinderen - het omvat de uitgebreide familie, de uitgebreide clan en vaak het hele dorp. Dit uitgebreide begrip van familie creëert sterke sociale netwerken die fungeren als vangnet in tijden van crisis.^34
Burenhulp, wederzijdse steun en spontaan delen zijn diep geworteld in de cultuur. Vreemden worden snel opgenomen in familiestructuren als „broer“, „oom“ of „vader“ als ze de gemeenschap helpen. Deze cultuur van solidariteit is een ideale voedingsbodem voor gemeenschapsgerichte economische modellen zoals Gradido.^34
Spiritualiteit en een holistische kijk op de wereld
Afrikaanse culturen beschouwen mens, milieu en spiritualiteit als een eenheid die alleen in harmonie met elkaar kan bestaan. Dit holistische wereldbeeld is in harmonie met de Gradidofilosofie van de „natuurlijke levenseconomie“.^34
Historisch belang: van Mandela tot de Waarheidscommissie
De Ubuntu-filosofie speelde een centrale rol in de transformatie van Zuid-Afrika na de apartheid. Nelson Mandela, die wordt beschouwd als een uitstekend voorbeeld van succesvolle Ubuntu, baseerde zijn verzoeningsbeleid op deze principes. De Waarheids- en Verzoeningscommissie (TRC) gaf voorrang aan verzoening en begrip boven vergelding - een rechtstreekse toepassing van de Ubuntu-waarden.^35
Kritische perspectieven en differentiatie
Het zou verkeerd zijn om Ubuntu te romantiseren. Afrikaanse samenlevingen hebben ook spreekwoorden en gedragingen die in tegenspraak zijn met Ubuntu. De complexiteit van culturele contexten mag niet gereduceerd worden tot een essentialistische „Afrikaanse goedheid“.^36
Toch heeft de coöperatieve beweging erkend dat de Ubuntu-principes en coöperatieve ideeën verwant zijn. Een conferentie in zuidelijk Afrika in 2023 benadrukte de overeenkomsten tussen Ubuntu en de coöperatieve principes geformuleerd door Friedrich Wilhelm Raiffeisen. Dit toont aan dat Ubuntu een stevige culturele basis biedt voor alternatieve, gemeenschapsgerichte economische modellen.^37
6 Onderwijs- en opleidingssituatie: immense tekorten ondanks vooruitgang
Toegang tot onderwijs: Miljoenen kinderen blijven buitengesloten
Hoewel het aantal kinderen zonder toegang tot onderwijs tussen 2000 en 2015 bijna gehalveerd is, gingen in 2015 nog steeds 32 miljoen kinderen in de basisschoolleeftijd in Afrika bezuiden de Sahara niet naar school. Dit betekent dat meer dan de helft van alle kinderen ter wereld in deze regio geen toegang heeft tot onderwijs.^19
De cijfers zijn alarmerend:^20
Slechts twee van de drie kinderen maken de basisschool met succes af
Een kwart van de 15- tot 24-jarigen kan niet lezen of schrijven
Slechts een derde van alle jongeren gaat naar de middelbare school
Nog geen tiende maakt de sprong naar de universiteit
Geen enkel land in Afrika bezuiden de Sahara heeft de millenniumdoelstelling om alle kinderen basisonderwijs te geven tegen 2015 gehaald.^19
Achtergestelde groepen: Armoede, geslacht en geografie
De toegang tot onderwijs is zeer ongelijk verdeeld:^19^39
Arme gezinnenKinderen uit arme gezinnen kunnen zich vaak geen schoolgeld, uniformen en schoolmaterialen veroorloven. Velen moeten bijdragen aan het gezinsinkomen in plaats van naar school te gaan.
MeisjesOndanks de vooruitgang zijn meisjes nog steeds in het nadeel. Ze worden vaker van school gehaald om mee te helpen in het huishouden of om op jonge leeftijd te trouwen.
Landelijke gebiedenScholen op het platteland zijn vaak slecht uitgerust, hebben te weinig gekwalificeerde leerkrachten en zijn moeilijk bereikbaar. De reis naar school kan meerdere uren te voet in beslag nemen.
Etnische minderhedenInheemse en etnische minderheden ervaren culturele barrières, discriminatie en een gebrek aan erkenning van hun talen in het onderwijssysteem.
Kwaliteit van het onderwijs: Hongerige kinderen, overwerkte leraren
Zelfs als kinderen naar school gaan, is de kwaliteit vaak miserabel. Veel kinderen komen met honger naar school, wat het leren veel moeilijker maakt. Vier miljoen jongeren groeien op zonder ouders of met slechts één ouder, wat hun motivatie om te leren vaak vermindert.^39
Bijna 50 procent van de sociaal achtergestelde 15- tot 24-jarigen in Zuid-Afrika is niet in staat om werk te vinden nadat ze de school hebben verlaten. Het onderwijssysteem verkeert op veel plaatsen in een „erbarmelijke staat“.^39
Tertiair onderwijs: enorme kloof met Europa
Terwijl 78 procent van de bevolking in Europa en Noord-Amerika toegang heeft tot tertiair onderwijs (universiteiten, beroepsopleidingen), is dit cijfer slechts negen procent in Afrika ten zuiden van de Sahara. Deze kloof vergroot de mondiale ongelijkheid en belemmert de ontwikkeling van een hoogopgeleide beroepsbevolking.^20
7. gezondheidszorg en sociale zekerheid: ondergefinancierd en ongelijk
Ontoereikende gezondheidszorg als grootste probleem
Na werkloosheid is ontoereikende gezondheidszorg het grootste probleem in veel Afrikaanse landen. In 36 onderzochte landen heeft gemiddeld 50% van de mensen geen of onvoldoende toegang tot medische zorg.^16
De situatie verschilt sterk van regio tot regio:^16
In Liberia, Gabon, Benin en Togo heeft meer dan 70 procent niet voldoende toegang.
In Mauritius heeft slechts twee procent toegangsproblemen.
In Kaapverdië klaagt ongeveer een vijfde van de bevolking over een gebrek aan voorraden.
Kloof tussen stad en platteland en corruptie in de gezondheidszorg
De kloof tussen stad en platteland is enorm. Belangrijke medische diensten zijn geconcentreerd in de steden en komen voornamelijk ten goede aan de rijke klasse. Op het platteland van Kameroen is de medische infrastructuur beduidend slechter en wordt ongeveer 70 procent van de uitgaven voor gezondheidszorg particulier door de bevolking gedragen.^16^41
Corruptie in de gezondheidszorg is wijdverspreid: Een op de zeven respondenten die een medische behandeling krijgen, moet steekpenningen betalen. In sommige landen komt omkoping bijna niet voor (Botswana, Mauritius), in andere (Liberia, Marokko, Soedan, Egypte) tiert het welig.^16
Tekort aan vaardigheden: drie miljoen gezondheidswerkers ontbreken
Alleen al in Afrika is er momenteel een tekort van ongeveer drie miljoen gezondheidswerkers. De braindrain verergert de situatie: gekwalificeerde artsen en verpleegkundigen migreren naar beter betaalde banen in Europa, Noord-Amerika of de Golfstaten.^25
Zwakke socialezekerheidsstelsels
In veel landen bestaan formele socialezekerheidsstelsels, maar deze bereiken vaak niet de armste, plattelands- en informele bevolkingsgroepen. Officiële ziektekostenverzekeringen dekken vaak alleen formele werknemers, terwijl miljoenen mensen in de informele sector geen enkele bescherming genieten.^43
Het gezin fungeert als het belangrijkste vangnet. Zorgwerk - zorgen voor zieken, ouderen en kinderen - wordt voornamelijk door vrouwen gedaan en is grotendeels onzichtbaar en onbetaald in de maatschappij.^26
8 Vrijwilligerswerk en lokale initiatieven: onbezongen helden
De kracht van het maatschappelijk middenveld
Ondanks alle uitdagingen heeft Afrika een levendig maatschappelijk middenveld en een indrukwekkend niveau van vrijwillige inzet. Maatschappelijke organisaties speelden een centrale rol in de democratiseringsprocessen van de jaren negentig en oefenen nog steeds belangrijke controle- en voorbeeldfuncties uit.^44
Er is een aantoonbaar verband tussen succesvolle democratisering en een levendig maatschappelijk middenveld. Maatschappelijke organisaties leveren belangrijke bijdragen aan democratisch bestuur, met name door verkiezingswaarneming.^44
Initiatieven aan de basis: van het planten van bomen tot onderwijsprojecten
Lokale initiatieven en basisbewegingen hebben een lange traditie in Afrika. De Groene gordel beweging in Kenia, opgericht door Wangari Maathai in 1977, is een uitstekend voorbeeld: Er zijn meer dan 30 miljoen bomen geplant en meer dan 30.000 vrouwen zijn getraind in bosbouw, bijenteelt en voedselverwerking. Voor dit werk kreeg Maathai in 2004 de Nobelprijs voor de Vrede.^45
Lokale onderwijsinitiatieven zoals de Technisch College Rubavu in Rwanda bieden kansarme jongeren een praktische opleiding en vergroten hun kansen op de arbeidsmarkt. Zulke projecten laten zien: Wanneer lokale gemeenschappen worden ondersteund, kunnen ze enorme veranderingen teweegbrengen.^46
Sociale erkenning: ambivalent
De erkenning van vrijwilligerswerk is ambivalent. Aan de ene kant worden gemeenschapsinitiatieven zeer gewaardeerd en zijn ze diep geworteld in de Ubuntu-cultuur. Aan de andere kant wordt het zorgwerk van vrouwen - zorgen, kinderen opvoeden, buren helpen - nauwelijks erkend door de maatschappij en blijft het onzichtbaar.^26
Gradido zou hier een beslissende bijdrage kunnen leveren: Door vrijwilligerswerk, zorgwerk en gemeenschapsbijdragen zichtbaar te maken en te waarderen door Gradido's op te richten, zou het systeem precies daar beginnen waar Afrika cultureel al sterk is.^47^49
Krimpende ruimtes: een bedreiging voor het maatschappelijk middenveld
De toenemende inperking van de ruimte voor het maatschappelijk middenveld is zorgwekkend. Tussen 2010 en 2015 werden 26 wettelijke initiatieven geregistreerd die de actieradius van maatschappelijke organisaties in Afrika bezuiden de Sahara beperkten. Daarmee is Afrika na Zuid- en Centraal-Azië het continent met de meeste incidenten.^44
Regimes in de „grijze zone“ tussen democratie en autocratie doen bijzondere inspanningen om kritische NGO's het zwijgen op te leggen - door beperkende wetten, bevroren fondsen of rechtszaken tegen activisten.^44
9. openheid voor innovatie en alternatieve economische modellen

Groei van mobiele gelddiensten in Afrika per regio in 2024, met de belangrijkste financiële gegevens en regionale verschillen.
De digitale revolutie: mobiel geld als revolutie
Afrika is wereldleider op het gebied van mobiel geld. Er zijn meer dan 1,1 miljard rekeningen geregistreerd - meer dan 70 procent van alle mobiele geldrekeningen wereldwijd. In 2024 werd voor meer dan 1,1 biljoen dollar aan transacties verwerkt, een stijging van 15 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.^50^52
Kenia is de onbetwiste pionier: M-Pesa, dat in 2007 door Safaricom werd gelanceerd, heeft meer dan 51 miljoen actieve gebruikers en verwerkt jaarlijks transacties ter waarde van meer dan 50 miljard dollar - bijna een kwart van het BBP van Kenia. M-Pesa zorgde voor een revolutie in het financiële landschap en gaf zelfs de armste bevolking toegang tot financiële diensten.^53
Nigeria heeft een exploderende fintech-scene met spelers als Flutterwave en Paystack, die in 2022 meer dan 10 miljard dollar aan transacties verwerkten. Ghana een spectaculaire toename van 91 procent in overmakingen in 2024.^23
Fintech-boom: marktpotentieel van 65 miljard dollar tegen 2030
De Afrikaanse fintechmarkt zal naar verwachting groeien tot 65 miljard dollar in 2030 - een vervijfvoudiging ten opzichte van nu. Het jaarlijkse groeipercentage (CAGR) wordt geschat op 32 procent. Een studie van McKinsey voorspelt dat fintech tegen 2027 tot 150 miljard dollar kan bijdragen aan het Afrikaanse BBP.^53
De leidende markten zijn Zuid-Afrika, Nigeria, Egypte en Kenia. Mobiel geld is goed voor driekwart van het wereldwijde mobiele geldvolume.^50
Infrastructuur als motor: 4G en 5G in opmars
De digitale transformatie wordt mogelijk gemaakt door de snel groeiende connectiviteit. Verwacht wordt dat 4G tegen 2030 goed zal zijn voor 50 procent van alle verbindingen, terwijl 5G tegen die tijd een bijdrage van 6 procent zal leveren en 10 miljard dollar aan de economie zal bijdragen. In sommige regio's wordt al meer dan 73 procent van het internet gebruikt.^55
Weerstand en uitdagingen
Ondanks de positieve trends zijn er ook bedenkingen:^57
Digitale kloofPlattelandsgebieden en arme bevolkingsgroepen hebben vaak geen toegang tot internet en smartphones.
Gebrek aan digitale expertiseVeel mensen, vooral ouderen, zijn niet vertrouwd met digitale technologieën
Tekort aan vertrouwenwantrouwen tegenover digitale betalingssystemen, vooral na negatieve ervaringen met corruptie
Onzekerheid over regelgevingOnduidelijk wettelijk kader remt innovatie
Toch is het duidelijk dat Afrika openstaat voor digitale innovaties en alternatieve economische modellen. Het succesverhaal van mobiel geld bewijst dat innovatieve oplossingen die zijn aangepast aan lokale behoeften snel kunnen worden overgenomen.
10. ervaring met alternatieve valuta en coöperaties
Regionale valuta-initiatieven: van de CFA-frank tot de ECO
Afrika heeft een schat aan ervaring met alternatieve valutasystemen:
CFA-frankDe monetaire gemeenschappen van West-Afrika (UEMOA) en Centraal-Afrika (BEAC) gebruiken de CFA-frank, die is gekoppeld aan de euro. 14 landen met 180 miljoen inwoners gebruiken deze munt. Critici zien het als een neokoloniaal instrument van Frankrijk dat de monetaire soevereiniteit beperkt.^58^60
ECODe Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) is al sinds 1987 van plan om een gemeenschappelijke munt in te voeren. De invoering is verschillende keren uitgesteld, momenteel tot 2027: Afrika zoekt naar manieren om een grotere monetaire onafhankelijkheid te bereiken.^59
PAPSS (Pan-Afrikaans betalings- en verrekeningssysteem): Dit Afrikaanse betalingssysteem, dat in 2022 wordt geïntroduceerd, maakt handel in lokale valuta mogelijk zonder omweg via de Amerikaanse dollar. Het zou tot 5 miljard dollar per jaar aan transferkosten kunnen besparen.^62
AfroHet Verdrag van Abuja van 1991 voorziet in de invoering van een gemeenschappelijke Afrikaanse munt tegen 2028. Hoewel de uitvoering ervan onzeker is, toont het initiatief de wil om te integreren.^63
Lokale alternatieve valuta: TEM, Ovolos en andere
Griekenland (als vergelijkend voorbeeld) biedt belangrijke inzichten: Tijdens de economische crisis hebben lokale munteenheden zoals de TEM-systeem in Volos (meer dan 800 leden) en Ovolos in Patras (332+ leden). Beide systemen werken met een verhouding van 1:1 tot de euro en hebben bewezen stabiel te zijn.^64
Dergelijke ervaringen tonen aan: In tijden van crisis staan mensen bijzonder open voor alternatieve valutasystemen die lokale economische cycli versterken.^65^64
Coöperatieve structuren in Afrika
Afrika heeft een sterke coöperatieve traditie, vooral in de landbouw. In veel landen bestaan coöperatieve structuren op lokaal (primair), regionaal (secundair) en nationaal (tertiair) niveau.^64
De Ubuntu-filosofie en coöperatieve principes harmoniëren perfect. Tijdens een conferentie in zuidelijk Afrika in 2023 werd het verband tussen Ubuntu en de Raiffeisen-principes uitgewerkt. Het motto van de coöperaties - „Wat één alleen niet kan, kunnen velen wel! - komt overeen met het Ubuntu-principe “Ik ben omdat wij zijn„.^37
Sociale economie en sociale coöperatieve ondernemingen
In verschillende landen ontwikkelt zich een sociale economie met gespecialiseerde rechtsvormen voor sociale ondernemingen. Griekenland introduceerde in 2011 Sociale Coöperatieve Ondernemingen (SCE's). Dergelijke structuren zouden als model kunnen dienen voor Afrikaanse landen.^64
Lessen voor Gradido
De ervaring leert het ons:^65^64
Lokale wortels zijn cruciaalValuta's moeten worden aangepast aan lokale behoeften
EenvoudSystemen moeten gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken zijn
Vertrouwen opbouwenTransparantie en begrijpelijke regels zijn essentieel
Stapsgewijze introductieStart parallel aan het bestaande systeem, niet als vervanging
GemeenschapsgebouwSuccesvolle systemen creëren een gevoel van gemeenschap en wederzijdse ondersteuning
11. klimaat, landbouw en voedselsoevereiniteit
Landbouw: ruggengraat van de economie, bedreigd door klimaatverandering
Landbouw is van het grootste belang in Afrika en draagt tussen de 10 en 70 procent bij aan het BBP, afhankelijk van het land. De landbouw biedt werk aan de meerderheid van de bevolking in Afrika bezuiden de Sahara - ongeveer een vijfde van het BBP komt uit deze sector.^67
Maar de situatie is precair: de klimaatverandering heeft de productiviteit van de Afrikaanse landbouw al ernstig aangetast en de groei sinds 1961 met 34 procent verminderd. De maïs- en tarweoogsten zijn tussen 1974 en 2008 met respectievelijk 5,8 procent en 2,3 procent gedaald als gevolg van de klimaatverandering.^69
Klimaatverandering: een existentiële bedreiging
De voorspellingen zijn alarmerend:^70^69
Een opwarming van 2°C kan leiden tot oogstverliezen tot 50%.
Bij een opwarming van 4°C zou de maïsoogst in West-Afrika met 41 procent afnemen.
Verwacht wordt dat de landbouwopbrengst in Afrika bezuiden de Sahara tegen 2050 met 15 procent zal zijn gedaald
De voedselproductie zou tegen 2050 met 60 procent moeten toenemen om de groeiende bevolking te voeden
Extreme weersomstandigheden - droogte, overstromingen, vertraagde start van het regenseizoen - komen steeds vaker voor. De droogte in de Sahel in de jaren 1970 en 1980 leidde tot verwoestende hongersnoden en veranderde veel mensen in milieuvluchtelingen.^68
Voedselsoevereiniteit: Afrika importeert enorme hoeveelheden voedsel
Bijna 200 miljoen mensen in Afrika zijn ondervoed - meer dan 40% van de bevolking in Centraal-, Oost- en Zuidelijk Afrika. In de jaren tachtig was de voedselconsumptie twee keer zo hoog als de binnenlandse productie, in de jaren negentig was dat 30 procent.^68
Veel Afrikaanse landen zijn sterk afhankelijk van voedselhulp, die in de jaren negentig tweederde van de voedselimport in Kenia en Tanzania uitmaakte.^68
Potentieel: Afrika kan de wereld voeden
De paradox: volgens de Wereldbank heeft Afrika bijna de helft van het land ter wereld dat geschikt is voor een duurzame uitbreiding van de landbouwproductie. Het continent is extreem divers in termen van agro-ecologie en klimaat - van droge savannen tot tropische regenwouden.^67
Initiatieven en oplossingen
CAADP (Alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika): Dit is sinds 2003 het actiekader voor landbouwverandering voor heel Afrika. De Afrikaanse Unie ondersteunt de lidstaten bij het investeren en het verhogen van de productiviteit met groeipercentages van meer dan 6% als doel.^70
KlimaatadaptatieDuitsland en andere donoren ondersteunen de integratie van klimaatadaptatie in nationale investeringsplannen voor de landbouw.^71
Permacultuur en biologische landbouw: Lokale initiatieven promoten duurzame teeltmethoden, bodembehoud, biodiversiteit en regionale economische cycli.^73
Digitale landbouw: Smartphones bieden toegang tot nuttige informatie over het weer, marktprijzen en teeltmethoden. De digitale transformatie verhoogt de productiviteit en maakt waardeketens efficiënter.^67
De uitdagingen
De grootste obstakels voor voedselsoevereiniteit zijn:^73^69
WatertekortInefficiënte irrigatiesystemen en droogte
BodemaantastingErosie en woestijnvorming
Gebrek aan infrastructuurSlechte wegen, gebrek aan opslagfaciliteiten
KlimaatextremenToenemende weersschommelingen
Afhankelijkheid van exportgewassenFocus op geldgewassen in plaats van voedsel voor lokale bevoorrading
Gebrek aan investeringenTe weinig kapitaal voor moderne technologieën en meststoffen
Gradido potentieel in de landbouw
Gradido zou een revolutionair effect kunnen hebben:^47^73
Waardering van kleine boeren: Door gradido creatie voor duurzame landbouw
Promotie van permacultuur en biologische landbouw: Milieu- en klimaatbescherming worden gehonoreerd via het egalisatie- en milieufonds
Regionale waardeketensLokale markten in plaats van exportafhankelijkheid
KennisoverdrachtGradidos voor onderwijsprojecten over duurzame landbouw
Zorg op het plattelandVrouwen die in de zelfvoorzieningslandbouw werken krijgen erkenning
12 Internationale actoren en hun rol
De Afrikaanse Unie (AU): architect van continentale integratie
De Afrikaanse Unie (AU), opvolger van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAU), is de centrale politieke organisatie van het continent met 55 lidstaten. Zij streeft naar de economische en politieke integratie van Afrika.^74
Centrale initiatieven:
Agenda 2063: Ontwikkelingsstrategie voor Afrika op lange termijn
Afrikaanse Economische Gemeenschap (AEC)Het doel is om tegen 2028 een continentale economische unie te creëren.^75
NEPAD (Nieuw partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika): Ontwikkelingskader van de AU
Met de Afrikaanse continentale vrijhandelszone (AfCFTA) de grootste vrijhandelszone ter wereld gecreëerd sinds de WTO - een interne markt van 1,2 miljard mensen.^67
Regionale Economische Gemeenschappen (REC's): Bouwstenen van integratie
De AU erkent acht regionale economische gemeenschappen als „bouwstenen“ van integratie:^74^77
ECOWAS (West-Afrikaanse Economische Gemeenschap): De oudste en meest actieve regionale organisatie (opgericht in 1975) met 15 leden. De organisatie bevordert economische integratie, vrij verkeer, vredeshandhaving en heeft plannen om de gemeenschappelijke munteenheid ECO in te voeren.^77
EAC (Oost-Afrikaanse Gemeenschap): Dynamische integratie met de nadruk op infrastructuur en digitale handel.
SADC (Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika): Omvat het economisch meest ontwikkelde land op het continent, Zuid-Afrika.
COMESA (Gemeenschappelijke Markt voor Oostelijk en Zuidelijk Afrika), ECCAS (Centraal-Afrikaanse Economische Gemeenschap), IGAD, CEN-SAD, UMA (Unie van de Arabische Maghreb): Andere REC's met verschillende mate van integratie.^76
De overlappende lidmaatschappen - veel landen zijn lid van meerdere REC's - bemoeilijken de integratie.^76
De Europese Unie: grootste donor en investeerder
De EU is Afrika's belangrijkste partner op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Tussen 2013 en 2021 vloeide 190 miljard US dollar (gemiddeld 21 miljard US dollar per jaar) aan ontwikkelingshulp naar Afrika. De EU is ook de grootste bron van directe investeringen met een voorraad van ongeveer 160 miljard US dollar (2020).^79
Prioriteiten van de samenwerking tussen de EU en Afrika:^80
Wereldwijde uitdagingen aanpakken (klimaat, gezondheid, migratie)
Duurzame groei en economische partnerschappen
Democratie, onderwijs en innovatie
Vrede, veiligheid en stabiliteit
Initiatieven zoals Wereldwijde gateway, de G20 Compact met Afrika en bilaterale samenwerking moeten investeringen en duurzame groei bevorderen.^80
China: Infrastructuurmakers met hun eigen agenda
China heeft zich sinds 2000 gevestigd als een belangrijke speler in Afrika. De Forum voor Chinees-Afrikaanse samenwerking (FOCAC) coördineert de samenwerking. Om de drie jaar worden er ministeriële conferenties op hoog niveau gehouden, waarop China aanzienlijke financiële toezeggingen doet.^81
Sinds 2012 zijn op FOCAC-toppen leningen, investeringen en ontwikkelingshulp voor in totaal tientallen miljarden Amerikaanse dollars toegezegd. Voor 2024 heeft China ongeveer 11 miljard dollar aan ontwikkelingshulp aangekondigd.^81
China's aanpak verschilt fundamenteel van Westerse ontwikkelingshulp:^83
Focus op infrastructuurprojecten (wegen, spoorwegen, havens, energiecentrales)
Ruiltransacties: infrastructuur voor grondstoffen
Geen voorwaarden met betrekking tot mensenrechten of democratie („niet-inmenging“)
Snelle implementatie zonder langdurige bureaucratische processen
Kritiek op de inzet van China:
Steun voor twijfelachtige regimes
Schuldenval: hoge leningen die landen niet kunnen terugbetalen
Neokoloniale uitbuiting van grondstoffen
Landjepik voor Chinese voedselproductie
Gebruik van Chinese arbeidskrachten in plaats van lokale arbeiders
Erkenning:
Ontwikkeling van de infrastructuur
Economische ontwikkeling
Alternatief voor de vaak ineffectieve westerse benadering
De Chinese bijdrage wordt nu gezien als een tegenmodel voor het westerse ontwikkelingsbeleid en wordt gecategoriseerd als ontwikkelingssamenwerking in bredere zin.^82
Trilaterale samenwerking EU-Afrika-China
De EU heeft voorgesteld de samenwerking tussen de EU, Afrika en China te versterken. Door ervaringen uit te wisselen en te coördineren kunnen synergieën worden gecreëerd en kan het effect op de ontwikkeling worden vergroot.^84
NGO's en maatschappelijke organisaties: cruciale partners
Internationale en lokale ngo's spelen een belangrijke rol in de ontwikkelingssamenwerking. Hun aantal is de afgelopen 25 jaar explosief gestegen: In Tanzania waren er in 1990 slechts 41 geregistreerde ngo's, in 2000 waren dat er al 10.000. Afrikaanse ngo's beheerden in 2010 ongeveer 3,5 miljard US dollar aan hulpfondsen.^85
NGO's worden gezien als een wondermiddel voor falend top-down management. Ze worden verondersteld de lokale bevolking mondiger te maken en hen een stem te geven. Critici beweren echter dat veel NGO's afhankelijk zijn van westerse donoren en hun agenda uitvoeren in plaats van de lokale belangen echt te vertegenwoordigen.^85
Rol van internationale spelers bij de introductie van Gradido
Internationale partners kunnen verschillende rollen spelen in een valuta-initiatief zoals Gradido dat gericht is op het algemeen belang:^47^80
Afrikaanse Unie en REC'sKan Gradido ondersteunen als proefproject in modelregio's en een wettelijk kader creëren.
EUKan Gradido proefprojecten financieren als innovatieve ontwikkelingsmaatregel in het kader van Global Gateway.
NGO's en maatschappelijke organisatiesKunnen optreden als multipliers en implementatiepartners.
OnderzoeksfaciliteitenKan proefprojecten wetenschappelijk begeleiden en geloofwaardigheid creëren.
VN-organisatiesFAO, UNDP en anderen zouden Gradido kunnen integreren in bestaande programma's voor voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling.
13. mogelijkheden en hindernissen voor Gradido in Afrika
Grootste potentieel: waar Gradido zou kunnen schitteren
1. culturele fit met de Ubuntu-filosofie
Gradido sluit perfect aan bij de Afrikaanse Ubuntu-cultuur. Het idee dat iedereen zijn inkomen genereert door bij te dragen aan het algemeen welzijn, komt overeen met het principe „ik ben omdat wij zijn“. De waardering voor gemeenschap, burenhulp en wederzijdse steun is diep geworteld.^47^33
2. zorgwerk visualiseren en belonen
Miljoenen Afrikaanse vrouwen doen onbetaald zorgwerk - zorgen voor zieken, ouderen en kinderen, zelfvoorzienende landbouw, water oogsten. Gradido zou dit onzichtbare werk voor het eerst zichtbaar maken en eren.^48^43
3. armoede bestrijden en welvaart creëren
Het Actief Basisinkomen zou iedereen basiszekerheid bieden - ongeacht of men formeel werkt. In regio's met een hoge werkloosheid en onzekere werkgelegenheid zou dit een transformerend effect kunnen hebben.^87^48
4. onafhankelijkheid van het schuldgeldsysteem
Veel Afrikaanse landen hebben een hoge schuldenlast en zijn afhankelijk van het internationale financiële systeem. Gradido als aanvullende valuta zou meer monetaire soevereiniteit mogelijk maken.^88^47
5. link naar de revolutie van mobiel geld
Met meer dan 1 miljard rekeningen voor mobiel geld is Afrika wereldleider op het gebied van digitale betalingssystemen. De infrastructuur en expertise voor een digitale aanvullende munt zijn aanwezig.^50^52
6. bevordering van duurzame landbouw en klimaatbescherming
Het egalisatie- en milieufonds zou stimulansen creëren voor herbebossing, permacultuur, bodembehoud en aanpassing aan het klimaat - precies wat Afrika dringend nodig heeft.^70^47
7. lokale economische cycli versterken
Gradido zou regionale waardeketens bevorderen en de afhankelijkheid van invoer verminderen. Lokale markten, coöperaties en solidaire landbouw zouden kunnen floreren.^86^47
8 Democratische participatie en transparantie
De gedecentraliseerde structuur van Gradido met geldschepping door de gemeenschap en sociocratische beslissingen over overheidsbegrotingen zou de democratie en transparantie versterken.^90
Grootste hindernissen: Waar moet je rekening mee houden?
1. politieke en wettelijke randvoorwaarden
De introductie van een alternatieve valuta vereist politieke wil en wettelijke aanpassingen. Veel regeringen zouden Gradido als een bedreiging voor hun monetaire soevereiniteit kunnen zien. Muntwetten zouden complementaire munteenheden expliciet moeten toestaan.^86^91
2. corruptie en machtsstructuren
Gevestigde elites die profiteren van het huidige systeem zouden Gradido kunnen blokkeren. Corrupte structuren zouden overwonnen moeten worden, wat enorme weerstand zou kunnen oproepen.^29^28
3. digitale kloof en gebrek aan infrastructuur
Terwijl stedelijke centra goed verbonden zijn, hebben plattelandsgebieden vaak geen toegang tot internet of smartphones. Een puur digitale munt zou miljoenen mensen uitsluiten. Analoge oplossingen (zoals DankBar-biljetten) zouden parallel moeten worden ontwikkeld.^91^56
4. opleidingsniveau en digitale competentie
Veel mensen, vooral oudere en ongeschoolde mensen, zijn niet vertrouwd met digitale technologieën. Uitgebreide onderwijs- en opleidingsprogramma's zijn noodzakelijk.^57^20
5. vertrouwen opbouwen
Na decennia van negatieve ervaringen met corruptie, fraude en mislukte ontwikkelingsprojecten is wantrouwen wijdverbreid. Gradido zou door middel van transparante proefprojecten moeten bewijzen dat het werkt en niet wordt gemanipuleerd.^47^86
6. complexiteit van het systeem
Gradido met drievoudige geldschepping, negatieve rente en gedecentraliseerde administratie is complex. Het systeem zou sterk vereenvoudigd moeten worden en aangepast aan het lokale begripsniveau.^89
7. schaalvergroting en technische implementatie
De ontwikkeling van een veilige, snelle en wereldwijd schaalbare valuta op basis van gedistribueerde grootboektechnologie (DLT) is technisch veeleisend en vereist aanzienlijke middelen.^93^57
8. weerstand van banken en financiële instellingen
Het financiële systeem zou Gradido als een concurrent kunnen zien en tegen de introductie ervan kunnen lobbyen.^90^47
9 Culturele aanpassing
Afrika is zeer divers - 54 landen, duizenden etnische groepen, honderden talen. Gradido zou moeten worden aangepast aan lokale culturele kenmerken in plaats van een standaardsysteem te zijn.^95
10. muntstabiliteit en inflatierisico
De negatieve rente (5,6 procent per maand) zou in landen met hoge inflatie op afwijzing kunnen stuiten. De waardevastheid zou duidelijk gecommuniceerd en bewezen moeten worden.^48
14 Eerste pilotstappen: Waar zou Gradido in Afrika kunnen beginnen?
Strategische overwegingen voor proefregio's
Succesvolle proefprojecten moeten aan bepaalde criteria voldoen:^86^66
Handzaam formaatKleine tot middelgrote gemeenschappen (5.000-20.000 inwoners)
Sterke lokale identiteitGemeenschapszin en cohesie
Openheid voor innovatiePositieve houding ten opzichte van alternatieve benaderingen
Bestaande structurenCoöperaties, NGO's, lokale initiatieven als partners
Economische uitdagingenRegio's met armoede, werkloosheid, onzekere situatie
Digitale basisinfrastructuurTen minste dekking voor mobiel geld
Politieke steunMinstens neutrale houding van lokale autoriteiten
Potentiële aandachtsgebieden
1 Oost-Afrika: Kenia als pionier
Kenia is het ideale startpunt:
Wereldkampioen in mobiel geldM-Pesa met 51 miljoen gebruikers
Sterk maatschappelijk middenveldGroene Gordel Beweging en andere volksinitiatieven
Relatief stabiel bestuurDemocratische structuren opgezet
Innovatieve geestStart-up cultuur in Nairobi („Silicon Savannah“)
Engels als officiële taalVergemakkelijkt internationale samenwerking
Proefaanpak KeniaStart in een landelijke regio met een sterke gemeenschapsstructuur. Koppeling met bestaande landbouwcoöperaties. Herbebossingsprojecten belonen (Groene Gordel Beweging) via het egalisatie- en milieufonds.
2 Rwanda: het „Singapore van Afrika“
Rwanda is een rolmodel geworden:
Goed bestuurWeinig corruptie, efficiënt bestuur
Digitale ambitiesEnorme investeringen in IT-infrastructuur
Hoge groeicijfers7,2 procent voorspelling
Sterke maatschappelijke structurenCentra voor beroepsopleiding, lokale NGO's
Proefaanpak RwandaIntegratie in bestaande beroepsopleidingscentra. Studenten ontvangen gradido's voor hun onderwijsprestaties en hun bijdrage aan de gemeenschap.
3 Ghana: Experimenteren en groeien
Ghana laat een indrukwekkende dynamiek zien:
Spectaculaire toename van overmakingen: +91 procent in 2024
Sterke diaspora-connectieOvermakingen overtreffen directe buitenlandse investeringen met een factor zeven
Democratische traditieVreedzame machtsoverdracht
Bereidheid tot hervormingMacro-economische hervormingen aan de gang
Proefaanpak GhanaFocus op diasporaintegratie. Ghanezen in het buitenland kunnen gradido's creëren voor hun familie of investeren in lokale projecten.
4 Zuid-Afrika: Ubuntu-land van oorsprong met uitdagingen
Zuid-Afrika biedt speciale mogelijkheden:
Culturele verankeringUbuntu-filosofie historisch sterk
Ontwikkelde infrastructuur: Goed digitaal netwerken
Grote sociale problemen33 procent werkloosheid, extreme ongelijkheid
Sterk maatschappelijk middenveldErvaring met sociale innovaties
Proefaanpak Zuid-AfrikaStart in steden met een hoge werkloosheid. Focus op zorgwerk, burenhulp en lokale economische cycli. Samenwerking met bestaande projecten in de sociale economie.
5. structureel zwakke plattelandsregio's
Gradido zou de grootste impact kunnen hebben, vooral in afgelegen, structureel zwakke gebieden:
Nauwelijks formele economieAlternatieve systemen hebben ruimte
Sterke gemeenschapsstructuren: Ubuntu-cultuur levend
Grote vraagArmoede, werkloosheid, gebrek aan infrastructuur
Lagere regelgevingshindernissenLokale overheden flexibeler dan nationale overheden
Sectorale benaderingen
1. zorgsector en gezondheid
Eerbetoon aan:
Zieken, ouderen en kinderen verzorgen
Buurthulp
Vrijwilligerswerk in gezondheidszorgprojecten
Training van gezondheidswerkers
2. onderwijs en opleiding
Gradidos voor:
Leerlingen en leerkrachten in onderwijsprojecten
Alfabetiseringscursussen voor volwassenen
Beroepsopleiding in geschoolde beroepen
Collegiaal leren
3. duurzame landbouw
Waardering voor:
Permacultuur en biologische landbouw
Herbebossingsprojecten
Waterbescherming en bodemverzorging
Solidaire landbouw
Zaadbehoud van traditionele variëteiten
4. lokale markten en coöperaties
Integratie met:
Bestaande landbouwcoöperaties
Zelfhulpgroepen voor vrouwen
Handelsverenigingen
Lokale marktplaatsen
Strategische partnerschappen
Gemeentelijk niveauVerkrijg de steun van burgemeesters van ruimdenkende steden en gemeenten.
NGO's en maatschappelijke organisatiesGevestigde organisaties zoals de Green Belt Movement, lokale onderwijs-NGO's, gezondheidsprojecten als implementatiepartners.
Universiteiten en onderzoeksinstellingenWetenschappelijke ondersteuning voor geloofwaardigheid en leereffecten.
Regionale economische gemeenschappenECOWAS, EAC, SADC kunnen proefprojecten bevorderen als regionale innovaties.
Afrikaanse UnieAU-programma's voor innovatie en digitale transformatie als uitgangspunt.
Internationale donorenEU (Global Gateway), VN-organisaties, BMZ voor financiering en legitimiteit.
Fasenmodel voor de introductie
Fase 1: Proof of concept (6-12 maanden)
Eén tot drie kleine proefprojecten in geselecteerde gemeenschappen
Focus op het opbouwen van vertrouwen en gebruiksgemak
Intensieve ondersteuning en maatwerk
Documentatie van leerervaringen
Fase 2: Lokale schaalvergroting (1-2 jaar)
Uitbreiding naar verschillende gemeenten in de regio
Integratie van andere sectoren (onderwijs, gezondheidszorg, landbouw)
Ontwikkeling van lokale multiplicatornetwerken
Eerste link met bestaande economische cycli
Fase 3: Regionale uitbreiding (2-3 jaar)
Verspreid over verschillende regio's in een land
Grensoverschrijdende proefprojecten met buurlanden
Integratie met regionale economische gemeenschappen
Politiek lobbyen voor wettelijke erkenning
Fase 4: Continentale visie (5+ jaar)
Vestiging als erkende aanvullende valuta
Integratie met Pan-Afrikaans betalings- en verrekeningssysteem (PAPSS)
Link met AfCFTA vrijhandelszone
Samenwerking met de Afrikaanse Unie
Succescriteria en controle
Proefprojecten moeten voortdurend worden geëvalueerd op basis van
Adoptiegraad: Hoeveel mensen gebruiken Gradido actief?
TransactievolumeHoe levendig is de uitwisseling?
Sociale impactVerbetert de levenssituatie van de deelnemers?
Versterking van de gemeenschap: Groeit de sociale cohesie?
Economische effectenOntstaan er lokale waardeketens?
Ecologisch effectWorden er milieu- en klimaatbeschermingsprojecten uitgevoerd?
Conclusie: Afrika als kans voor Gradido, Gradido als kans voor Afrika
Afrika staat op een keerpunt. Het continent draagt de grootste armoede in de wereld, worstelt met corruptie, politieke instabiliteit en de gevolgen van klimaatverandering. Tegelijkertijd heeft Afrika een enorm potentieel: een jonge, dynamische bevolking, overvloedige natuurlijke hulpbronnen, diepe culturele waarden zoals Ubuntu en een leidende rol in de digitale revolutie door mobiel geld.
Gradido zou in Afrika op uitzonderlijk vruchtbare grond kunnen vallen. De Ubuntu-filosofie - „ik ben omdat wij zijn“ - sluit perfect aan bij de Gradido-benadering waarbij iedereen zijn inkomen genereert door bij te dragen aan het algemeen belang. De reeds bestaande infrastructuur voor mobiel geld biedt ideale omstandigheden voor een digitale aanvullende munt. De enorme sociale uitdagingen creëren openheid voor innovatieve oplossingen.
Het onderzoek toont aan: Gradido moet niet worden geïmporteerd als een kant-en-klaar systeem, maar moet gevoelig worden aangepast aan lokale omstandigheden. Succesvolle proefprojecten beginnen klein, betrekken lokale partners, maken gebruik van bestaande structuren (coöperaties, NGO's, gemeenschapsinitiatieven) en groeien stap voor stap. Regio's zoals Kenia met zijn M-Pesa ervaring, Rwanda met zijn goed bestuur of Zuid-Afrika met zijn Ubuntu-traditie bieden veelbelovende startpunten.
De grootste hindernissen - corruptie, digitale kloof, politieke weerstand, complexiteit van het systeem - zijn reëel en mogen niet worden onderschat.
Maar de kans is historisch: als Gradido in Afrika bewijst dat een munt die gericht is op het algemeen belang werkt, kan het continent een pionier worden op het gebied van wereldwijde transformatie. Afrika heeft Gradido nodig - en Gradido heeft Afrika nodig als een plek waar de visie van „welvaart en vrede voor iedereen in harmonie met de natuur“ werkelijkheid kan worden.
Het is nu tijd om te handelen. Met respect, nederigheid en echt partnerschap op ooghoogte kan het Gradido-project samen met Afrikaanse gemeenschappen vorm geven aan een betere toekomst - niet voor Afrika, maar met Afrika.
<span style="“display:none“">^100^102^104^106^108^110^112^114^116^118^120^122^124^126^128^130^132^134^136^138^140^142^144^146^148^150^152^154^156^158^96^98</span>
<div align="“center“">⁂</div>
[^50]: https://www.fsca.co.za/News Documenten/Digitale betalingen in Afrika - Kan regelgeving innovatie bijhouden.pdf